
Jurisprudentie
BE8854
Datum uitspraak2008-08-20
Datum gepubliceerd2008-08-20
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200708389/1
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-08-20
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200708389/1
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bij besluit van 18 januari 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ten Boer (hierna: het college) aan Vodafone B.V. vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het oprichten van een zendmast voor telecommunicatie op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).
Uitspraak
200708389/1.
Datum uitspraak: 20 augustus 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Ten Boer,
appellant,
tegen de uitspraak in zaak nr. 07/593 van de rechtbank Assen van 15 oktober 2007 in het geding tussen:
[wederpartij], wonend te [woonplaats],
en
appellant.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 januari 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ten Boer (hierna: het college) aan Vodafone B.V. vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het oprichten van een zendmast voor telecommunicatie op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).
Bij besluit van 10 april 2007 heeft het college het daartegen door [wederpartij] gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 15 oktober 2007, verzonden op 22 oktober 2007, heeft de rechtbank Assen (hierna: de rechtbank) het daartegen door [wederpartij] ingestelde beroep gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 december 2007, hoger beroep ingesteld.
[wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend.
Het college heeft nog nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partij toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 juli 2008, waar [wederpartij], vertegenwoordigd door D.J. Klijn, is verschenen. Voorts is daar Vodafone B.V., vertegenwoordigd door mr. E.H.J. Eussen, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Niet in geschil is dat [wederpartij] het bezwaar tegen verlening van de bouwvergunning niet binnen de daarvoor gestelde termijn heeft gemaakt. Het college betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, omdat [wederpartij], voor zover al wordt aangenomen dat hij niet naar aanleiding van de publicatie van het besluit van 18 januari 2006 bezwaar heeft kunnen maken, hij dat ook niet binnen twee weken, nadat hij van het bestaan van dat besluit op de hoogte was gekomen, heeft gedaan.
2.1.1. Het college heeft in "de Noorderkrant" van 25 januari 2006 gepubliceerd dat het bouwvergunning heeft verleend voor het oprichten van de zendmast op het perceel en dat het dat besluit op 19 januari 2006 heeft verzonden. Naar aanleiding van deze publicatie kon [wederpartij] weten dat de bouwvergunning was verleend en had hij desgewenst kunnen informeren of daartoe vrijstelling van het bestemmingsplan was verleend. Reeds om die reden slaagt het betoog.
2.2. Nu [wederpartij] als enige reden voor de termijnoverschrijding heeft gegeven dat hij niet op de hoogte was van de verleende vrijstelling en dat, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, kennelijk niet tot het oordeel kan leiden dat hij niet in verzuim is geweest, slaagt ook het betoog van het college dat de rechtbank heeft miskend dat het [wederpartij] niet op het door hem gemaakte bezwaar hoefde te horen.
2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 10 april 2007 van het college ongegrond verklaren.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Assen van 15 oktober 2007 in zaak nr. 07/593;
III. verklaart het bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.A.W. Huijben, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Huijben
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2008
17-313-560.